Elf redenen om carnaval te vieren in het eigen dorp

Elf redenen om carnaval te vieren in het eigen dorp

Elf redenen om carnaval te vieren in het eigen dorp: carnavalsmaandag 12 februari jl, stond er een mooi artikel in het Brabants Dagblad. De dames van Knap Lelluk mochten uitleggen waarom het beter is om carnaval te vieren in eigen dorp. Prima argumenten waar niets tegen in te brengen valt en ook nog eens een leuk stuk!

Vergeet Oeteldonk. Elf redenen om carnaval te vieren in het eigen dorp

Waarom toch allemaal naar Oeteldonk? Hier elf voordelen van carnaval in eigen dorp. Opgetekend uit de monden van negen moeders die vijf dagen aan de zwier gaan in eigen dorp, waar ook het kroost rondhangt.

Over de telefoon was het zonder enig nadenken of voorbehoud gezegd. Voor een verhaal over carnaval vieren in een dorp moesten we beslist bij de vrouwen van Knap Lelluk zijn. Want: ,,Betere deskundigen ga je niet vinden. Wij gaan altijd vijf dagen op stap in ons eigen dorp, al dertig jaar.’’
En dat niet alleen. Ook hun mannen en in totaal twintig kinderen – de jongste is negen, de oudste twintig – vieren carnaval in Schaijk. Dat is de geboorteplaats van zeven van de negen vriendinnen. De twee anderen komen oorspronkelijk uit Zeeland. ,,Die hebben we maar geadopteerd, want daar is de kermis wel mooi maar carnaval niks.’’

Sinds de tijd samen op de mavo zijn ze vriendinnen voor het leven. En nu vullen ze de woonkeuken met uitbundig geklets en nog uitbundiger getoupeerde pruiken. Die nepharen stellen eigenlijk manen voor: ,,We wilden vandaag eigenlijk als lui pèrdje gaan, als lui paard dus. Maar da’s een bietje mislukt, we zien er meer uit als Penney de Jager lookalikes.’’

1. Voorbereidingen
Dit samen uitzoeken en optutten is al een eerste voordeel van carnaval in eigen dorp. Voor vijf dagen op sjouw in telkens een ander pakje moet er vooraf geshopt worden. Moniek Reuzenaar: ,,Dat doen we online hoor. Als iemand iets leuks ziet, komt dat in onze appgroep. En dan bestellen, tikkie, klaar.’’ Het verdelen van de bezorgde spullen is zo gepiept want de vriendinnen zien elkaar toch regelmatig.

2. Voorpret delen
In de appgroep gaat het ook al weken over de kansen van Aafke van de Vorst op de Schaijkse carnavalstitel Moeskoningin. Iemand uit de groep heeft haar genomineerd en sindsdien krijgt ze het overal in het dorp te horen: ,,Mijn man heeft ook echt keigoed campagne gevoerd, al zijn appcontacten kregen het verzoek om op mij te stemmen.‘’

3. Lief én leed
Iedereen snapt zo’n verkiezing in Schaijk, dat als Moesland een rijke carnavalstraditie kent. Ook leed delen is makkelijk op lokaal niveau. Wendy Spierings heeft longcovid: ,,Woensdag heeft iedereen een kater van carnaval, maar ik omdat ik die dag uit dienst moet. Ik ben al twee jaar ziek.” Ze kan niet lang staan en duikt daarom niet mee de drukke feesttenten in. Even mee indrinken lukt wel en als Wendy vertelt, wrijven vriendinnen over haar armen en rug.
Overigens gaat Wendy het wel even proberen in De Raaf, een café verderop in het dorp. Daar kent Sissy, de kasteleinse, het lot van Wendy: ,,Sis weet wat er aan de hand is en regelt wel een barkruk voor mij. Dan kan ik zitten en er toch een tijdje bij zijn.‘’

4. Geen taxi, trein of bus nodig
Lokaal carnaval lukt met de benenwagen en de fiets. Ook de jongeren gaan zo op pad en ouders hoeven dus niet voor taxichauffeur te spelen. Veel Schaijkenaren draaien deze stelling graag om: hun kinderen weten dat papa en mama het hele jaar door taxi rijden, maar níet tijdens carnaval. Ook dit helpt om alle leeftijden binnenboord te houden.

5. Iedereen helpt
Om dit plaatje compleet te houden, organiseert Moesland feesten voor elke leeftijdscategorie. Dit vergt veel helpende handen en die komen er ook. Mooi voorbeeld vindt Moniek Reuzenaar het begin van het alcoholvrije Carnavalloverz aan het begin van de avond: ,,De Spiegeltent zit dan nog vol van de kroegentocht. Als er geroepen wordt dat het tijd is voor de jeugd, pakt iedereen een bezem en vegen we samen effe de tent leeg.’’

6. Ook voor thuis praktisch
Een rek met carnavalskleren in de kamer. Opa en oma een paar dagen in huis als oppas. Een pan soep in de koelkast. Je huis voorbereiden op carnaval is net even wat makkelijker als iedereen in het dorp blijft en jijzelf als moeder en gezinsmanager ook. ,,Aan de mannen kunnen we niet veel taken overlaten. Al hebben ze wel een keer na een koude optocht een paar kiendjes bij elkaar in een warm bad gezet. Dat hebben we toen ook nog de hele carnaval moeten horen.‘’

7. Je ziet je kinderen
Ook in de leeftijd van de eerste drankjes en eerste kus zijn de jongeren in eigen dorp en dichtbij. Maar ook weer niet zo dichtbij dat je als ouder overal bovenop staat, weet Corine Albers: ,,Vanaf een jaar of veertien zie je ze toch in groepjes staan. Ze zoeken elkaar vanzelf op en zoeken wel een eigen plekkie.’’

8. Geld is dichtbij
Kinderen die wat te eten of drinken willen, zijn zó bij een ouder. Al speelt dit in deze tijd van tikkies minder dan voorheen, meent Corine: ,,Vroeger wisten we precies dat we naar opa en oma moesten gaan als ze wat op hadden. Dan kreeg je makkelijker munten.‘’

9. Geld blijft dichtbij
Carnaval in eigen dorp is ook support your locals. Die van Knap Lelluk steken een slordige duizend euro per gezin in het feest. ,,Maar daar zitten dan ook alle pèkskes bij en die kopen we meestal online.‘’

10. Kinderen zien jou
,,Daar zit ik niet mee hoor’’, zegt Ilse Bens. ,,Ik drink gewoon. Dan ben ik wat losser en ja dat mogen mijn kinderen zien. Ik doe overigens geen gekke dingen hoor. Ze zullen me niet laveloos in een hoek zien liggen.’’

11. Geen vreemden
Heerlijk vinden de vrouwen van Knap Lelluk het, vijf dagen lang lachen en bijkletsen met mensen die ze al kennen. Of die ze al bijna kennen, want een nieuw gezicht blijft bij deze nieuwsgierige vriendinnen niet lang vreemd. Aan vreemd gaan, een hardnekkig carnavalscliché, moeten ze trouwens niet dénken: ,,Asjeblieft zeg. Na een avond flink carnavallen heb ik niet eens puf voor munne eigen mens.‘’

Bron: BD
Foto: Jeroen Appels / Van Assendelft Fotografie