Maashorst moet carnavalsdorp Schaijk aan bouwplek helpen

Maashorst moet carnavalsdorp Schaijk aan bouwplek helpen

In het Brabants Dagblad staat vandaag een stuk over het probleem dat Schaijkse wagenbouwers hebben: het vinden van een bouwplek.

Gaat de gemeente Maashorst zich ook inspannen voor voldoende bouwruimte voor praalwagens? Deze vraag legt raadslid Bas Keijzer (Maashorst Vooruit) op tafel nu in carnavalsdorp Schaijk ruimtenood dreigt.
De nissenhut van stichting De Moeslanden, een bouwplek voor jongeren, begint aan zijn allerlaatste seizoen aan de Waterstraat in Schaijk. Al circa vijftien jaar staat de halfronde loods daar op het terrein van loonwerker Peter Loeffen. Nu heeft het groeiende bedrijf de grond zelf nodig.

Eigenlijk had de nissenhut al weg moeten zijn. Maar er is nog eenmalig uitstel verleend voor het nieuwe carnavalsseizoen, dat deze week start en in februari zijn hoogtepunt beleeft.

‘Wij zorgen wel voor nieuwe hut’
,,Gelukkig hebben we dat extra jaar gekregen”, zegt Moesland-voorzitter Maarten Hendriks. ,,Intussen zijn we met de gemeente in overleg over een nieuwe plek. Als de gemeente voor een stuk grond zorgt, zorgen wij er wel voor dat daar een nieuwe nissenhut op komt.”

Deze stand van zaken was er ruim een jaar geleden al, toen Schaijk nog bij de voormalige gemeente Landerd hoorde. Bas Keijzer wil nu van burgemeester en wethouders van de nieuwe gemeente Maashorst weten hoe het ervoor staat. Als raadslid heeft hij enkele officiële vragen ingediend. Want: ,,Het nieuwe carnavalsseizoen is al van start gegaan, en dit is in elk geval in Schaijk een belangrijk onderwerp.”

Niet specifiek over Schaijk
In de tekst van de vier vragen gaat het niet specifiek over Schaijk of Moesland, zoals het dorp met carnaval heet. Maashorst Vooruit informeert of het college al in overleg is met de diverse carnavalsstichtingen. En: ‘Welke rol ziet u voor onze gemeente inzake carnaval in onze kernen?’

Moesland-voorzitter Hendriks is blij met de vragen van Keijzers. Uiteraard gaan die vooral over de situatie in Schaijk, zegt hij: ,,In de andere kernen speelt dit ruimtegebrek niet zoals nu bij ons. Dat weet ik omdat erover gesproken is in een overleg van alle carnavalsstichtingen. Maar bij de gemeente is de vergelijking met andere dorpen wel een aandachtspunt, heb ik gemerkt in onze overleggen. En dat snap ik ook wel.”

Overstap naar grote optocht
In de nissenhut van stichting De Moeslanden mogen alleen clubjes bouwen die de overstap maken van de jeugdoptocht naar de ‘grote’ optocht. Dergelijke groepen mogen er maximaal twee jaar blijven. In die tijd moeten ze zelf uitkijken naar een bouwplek voor volgende jaren.
Ook dit laatste seizoen is de hut weer populair, aldus Hendriks. Er zijn al vijf groepen aangemeld voor een plek. ,,Zin om te gaan bouwen is er genoeg”, zegt de voorzitter. ,,Het is belangrijk dat er ook ná dit seizoen ruimte voor beschikbaar blijft.”

Bron: Brabants Dagblad