Hèrpse Ossenaar René van Rooij komt met cd vol 'naogemakte' carnavalskrakers

Hèrpse Ossenaar René van Rooij komt met cd vol ‘naogemakte’ carnavalskrakers

Noem het zijn carnavaleske kruistocht vóór de terugkeer van ‘ouwverwetste’ carnavalsnummers in kroeg, zaal en optocht. ,,Ik ben die boemboem-herrie een bietje beu”, stelt René van Rooij, de man achter een cd vol ‘naogemakte’ klassiekers.

De voorbije maanden dook hij eerst met medemuzikant Pierre van Heumen zijn eigen thuisstudio in om het instrumentale deel van de cd op te nemen; dezer dagen legt René de laatste hand aan de overbekende en de wellicht wat minder prominente carnavalslassiekers.

Minutieus muzikaal nagespeeld dus, wederom opgepoetst met de modernste technieken en ditmaal gezongen door lokale zanggrootheden, pronkzitting-kanjers en zelfs een politicus.

,,Ik stam zelf uit de tijd van bloemetjesgordijn en hèndjes de lucht in. De voorliefde voor die lekkere meezingers, die polonaisekrakers, ja, die is daarna altijd gebleven”, zegt René van Rooij. ,,Van dat stampen en dampen, zoals je dat de laatste jaren eigenlijk alleen maar meemaakt, ben ik dus niet. Waarmee ik niet wil zeggen dat De Snollebollekes geen sfeermakers zijn. Toch knap om duizenden feestgangers tegelijk van links naar rechts te laten bewegen. Het klinkt alleen zo verrekkes hard.”

Herpenaar Geert School is een van de deelnemende artiesten en heeft het lied ‘Ik ben d’n ennigsten echte zoon van de prins’ opgenomen. School -zelf oud-prins- is geen onbekende in de muziekwereld: zo is hij al enkele jaren de vaste geluidsman van het feestduo Pap en Pudding. Het was dan ook niet heel erg onlogisch dat René van Rooij, lid van dit feestduo, Geert vroeg of hij het carnavalsnummer bij hem wilde inzingen. Het origineel stamt uit 1979 en werd destijds opgenomen door Ton van de Kluyve.

De verzamelaar wordt in het laatste weekend van Winterland 2018 gepresenteerd, laat initiatiefnemer Rene nog weten. ,,Ik hoop van harte dat deze ‘ouwverwetste’ carnavalsmuziek weer terugkeert in de cafés, zalen en optochten.”

Bron: Brabants Dagblad